Chaos is de oergod (het Niets) waaruit alles is ontstaan. Het is in zekere zin de ultieme 'oergod'. Chaos heeft naar verluidt de andere oergoden, Nyx (nacht), Erebos (duisternis), Eros (liefde), Gaia (aarde) en Tartaros (onderwereld), voortgebracht. Chaos wordt beschreven in zowel het werk van Hesodios (mogelijk de op één na bekendste Griekse dichter, na Homeros), als dat van Ovidius (in de Metamorphosen). Hesodios leefde rond de 8e eeuw voor Christus, dus de mythologie van Chaos gaat tenminste zover terug.
Een interessant verschil tussen de Chaos die Ovidius beschrijft, ten opzichte van Hesodios, is dat hij Chaos beschrijft als een wanordige klomp, een ruwe onverwerkte massa. Hesodios beschreef Chaos juist als een leegte, een niets. Toch spraken ze beiden over gebrek aan orde en aan structuur. In de tijdspanne van ca. 700-800 jaar (niemand weet precies hoe lang, omdat de geboortedatum van Hesodios niet bekend is) is het verhaal dus veranderd, maar in zekere zin hetzelfde gebleven. Ook kan het een stukje creatieve vrijheid zijn geweest van Ovidius - wat op zich geen vreemde situatie zou zijn, omdat de Metamorphosen in zijn geheel een speelser karakter hebben.