Twee of meer zinnen of zinsdelen die met hetzelfde woord (of zelfde paar woorden) beginnen.
Anaforen worden vooral gebruikt in gedichten en tegenwoordig in songteksten. Ook (wellicht de meest memorabele is die van dr. Martin Luther King Jr.) wordt de anafoor gebruikt in toespraken.
Ille mi par esse deo videtur
Ille si fas est superare divos
Zoals je ziet in dit fragment van Catullus (carmen 51), is dit een anafoor met een enkel woord dat herhaald wordt.
Nooit zullen wij opgeven
Nooit zullen wij overgeven
Nooit zal de vijand winnen
Je voelt, zelfs al is dit geen toespraak van een specifieke persoon, de urentie van het woord "nooit". Dat is precies waar de retorische kracht ligt van de anafoor. Het geeft een statig gevoel, een gevoel van macht en overtuigingskracht. Er zijn daarom talloze voorbeelden van de geschiedenis waarin grote (militaire) leiders de anafoor gebruiken om hun woorden extra gewicht te geven.
Let us not wallow in the valley of despair. I say to you today, my friends, that in spite of the difficulties and frustrations of the moment,
I still have a dream. It is a dream deeply rooted in the American dream.
I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: "We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal."
I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood.
I have a dream that one day even the state of Mississippi, a state, sweltering with the heat of injustice, sweltering with the heat of oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice.
I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character.
I have a dream today.
In dit fragment zie je een anafoor waarbij de anafoor bestaat uit vier woorden. Er is in zekere zin dan ook geen limiet op het aantal woorden waarmee je de anafoor begint. Het eerste deel (I still have a dream) is eigenlijk geen onderdeel van de anafoor zelf, maar past retorisch goed in het plaatje.
Ik houd van het proza, dat op mij toedruist, op mij aanraast, op mij neerdondert in een stormende stortvloed van passie.
Ik houd van het proza, dat onbewegelijk en ontzaglijk is als bergruggen.
Ik houd van het proza, dat dartelt en jubelt als een waaiend zomerwoud vol vogels.
Ik houd van het proza, dat ik daar zie staan met zijn volzinnen, als een stad van marmer.
Ik houd van het proza, dat over mij daalt als een gouden sneeuw van woorden.