Een chiasme is een kruisstelling: twee woorden of woordgroepen worden gespiegeld in volgorde (ABBA). Vaak wordt dit gebruikt om een tegenstelling of een sterke samenhang te benadrukken.
Te digna sequar, tu dignus amari – “Ik ben waard jou te volgen, jij waard bemind te worden.”
De woordvolgorde kruist: ik–jou ↔ jij–mij.
Vraag niet wat jouw land voor jou kan doen,
maar wat jij voor jouw land kan doen.
(John F. Kennedy, inaugurale rede, 1961). De spiegelstructuur geeft de zin retorische kracht.
Non ut edam vivo, sed ut vivam edo – “Ik leef niet om te eten, maar ik eet om te leven.”
De omgekeerde structuur benadrukt het contrast tussen doel en middel.
Je moet leven om te leren,
niet leren om te leven.
De spiegeling maakt de boodschap kort, krachtig en gemakkelijk te onthouden.