Ironie is een stijlfiguur waarbij men het tegenovergestelde zegt van wat men werkelijk bedoelt, meestal op een subtiele en spottende manier. De lezer of toehoorder moet het echte bedoelde begrijpen uit de context en toon.
O tempora, o mores! – “O tijden, o zeden!” (Cicero).
Ogenschijnlijk een verzuchting, maar in feite een scherpe kritiek op de morele staat van Rome.
Wat een prachtige rommel heb je weer gemaakt.
De ironie benadrukt juist dat de situatie onaangenaam is.
Ja hoor, dit was echt een geweldige beslissing van de regering.
De spreker bedoelt natuurlijk het tegenovergestelde, en vertrouwt erop dat het publiek dit begrijpt.
Wat ben jij weer lekker op tijd. (tegen iemand die te laat komt)
Dat ging vlekkeloos. (na een reeks fouten)
Heel subtiel hoor! (na een lompe opmerking)
Ironie werkt omdat het afstand schept tussen letterlijkheid en bedoeling, waardoor een knipoog in de taal ontstaat.