Bij een antithese plaatst een auteur twee tegengestelde begrippen of gedachten nadrukkelijk naast elkaar. Door het contrast worden beide elementen sterker benadrukt.
Hic vivit, ille moritur – “De één leeft, de ander sterft.”
Het naast elkaar plaatsen van leven en dood maakt de tegenstelling des te scherper.
Wij kiezen voor vrede, zij kiezen voor oorlog.
Wij kiezen voor hoop, zij kiezen voor wanhoop.
De tegenstelling onderstreept de moraal en de keuze die gemaakt moet worden.
Alii se in fugam conferunt, alii in aciem pergunt – “Sommigen slaan op de vlucht, anderen gaan de strijd aan.”
Door beide groepen tegenover elkaar te zetten benadrukt Cicero de moed van de laatsten.
Het was de beste tijd, het was de slechtste tijd.
(Vrij naar Dickens) – een klassieke antithese die het contrast in een historische periode benadrukt.