Sarcasme is een bijtende, spottende vorm van ironie, bedoeld om te kwetsen of scherp kritiek te leveren. Waar ironie vaak luchtig of subtiel is, is sarcasme harder en directer.
Cicero stond bekend om zijn sarcastische uithalen in rechtszaken. Bijvoorbeeld:
O fortunatam natam me consule Romam! – “O gelukkig Rome, geboren toen ik consul was!”
Hier klinkt ironie door, maar de bijtende zelfspot maakt het sarcastisch.
Wat een genie ben jij… (gezegd tegen iemand die een domme fout maakt).
De bedoeling is niet om te prijzen, maar juist om de fout pijnlijk bloot te leggen.
Natuurlijk, de tegenpartij heeft altijd gelijk. Ze hebben tenslotte zoveel successen geboekt…
Een sarcastische aanval waarbij de schijnbare lof de kritiek alleen maar versterkt.
Fantastisch idee! (tegen iemand die net een rampzalig plan heeft bedacht).
Heel knap gedaan… (na een blunder).
Ja hoor, jij bent echt de slimste van de klas.
Sarcasme is scherp, soms grappig, maar vaak ook pijnlijk en confronterend.