Toeschouwers waren, omdat ze al gedurende vele uren hadden gekeken, moe. Dus weinig mannen waren naar huis gegaan, de anderen blevenn echter, omdat het schouwspel hen beviel. Toen begon een nieuw schouwspel. Een bange soldaat kwamen de arena binnen. Angstig keken zij rond. " O jee," zei Marcus," het is een Romeinse soldaat. Waarom vecht de Romeinse soldaat in de arena?" " Omdat dat hij tijdens een ruzie een centurio gedood heeft," antwoorde Flavus. De soldaat was midden in de arena blijven staan. Hij droeg een lange lans. Maar de tegenstander was Celadus, een sterke en enorme gladiator. Hij droeg een kort zwaard en een rond schild. Al 107 sterke mannen had hij overwonnen. Nadat Celadus de enorme arena was binnengekomen, begon iedereen te klappen. Celadus groette de toeschouwers. Vervolgens groette de Trojaan: "Gegroet, Caesar!" Toen klonk de trompet. Celadus rende meteen op de bange soldaat af. Maar de soldaat was slim en ontweek hem. Veel soldaten op de tribune. Ze klapten en spoorden hun vriend aan.Ze riepen hem bij zijn naam:" Kom op Septimus! Waarom wacht je zo lang?" Ook Flavus begon de ongelukkige soldaat aan te moedigen. Opnieuw was de woeste gladiator op weg naar de soldaat. "Bij Jupiter," riep Flavus uit,"de soldaat vlucht. Hij is geen sterke man!" "Jazeker," zeiden Marcus en Lucius," hij is bang voor de dood!" Celadus jaagt hem op de vlucht!" Echter meteen ging de soldaat staan en draaide zich snel om. Hij onderschepte de aanstormende Celadus en verwondde hem ernstig. [Hier is de tweede correctie:> Nadat Celadus gevallen was steeg er een enorm geschreeuw op. Allen juichten. Celadus keek op naar Caesar en stak zijn hand uit. Traianus dacht: Het was geen makkelijk gevecht. De soldaat was slim en moedig. Maar Celadus heeft altijd goed gevochten. Al 107 tegenstanders heeft hij overwonnen. Daarom draaide hij (Caesar) zijn duim niet naar beneden.