School in de Romeinse tijd

School bij de Romeinen
De Romeinen waren van oudsher niet veel meer dan "een stelletje boeren", die om de haverklap werden bestuurd door een nieuwe koning van een ander volk (Sabijns, Etruskisch). Het resultaat hiervan was dat kennis vooral overgedragen werd van ouders op hun kinderen en er geen georganiseerd onderwijs was. Toen (door omstandigheden die hier worden toegelicht) de Etrusken hun macht over de regio Latium verloren en de romeinen steeds machtiger werden, groeide het onderwijs logischerwijs met de macht van het Romeinse Rijk mee.

De belegering van de Grieken, die geen leger hadden dat tegen het steeds sterker wordende Romeinse Rijk op kon, heeft vervolgens een impuls gegeven aan het onderwijs van de Romeinen. De Grieken hadden immers vooraanstaande wetenschappers, die zelfs vandaag de dag nog erkend worden voor de fundering die zij hebben gelegd in de filosofie, sterrenkunde, wiskunde en meer. Voorheen bestond het onderwijs bij de Romeinen vooral uit het aanleren van kernwaarden van de republiek, zoals morele lessen en militaire kunde. Van wiskunde was dus weinig tot geen sprake.

De eerste scholen ontstonden al rond de 4e eeuw voor Christus, maar pas halverwege de 3e eeuw voor Christus werd de eerste Ludus (meervoud: ludi, afkomstig van het woord ludo wat o.a. spelen betekent*) opgericht. Een school voor kinderen tot een jaar of 11, waarvoor schoolgeld betaald moest worden. Deze werden vervolgens gerund door de ludi magister, grof vertaald de "schoolmeester". Overigens moet deze ludus niet verward worden met de school voor gladiatoren (zoals de Ludus Magnus). De ludi kregen pas echt serieus vorm rond de 1e eeuw v.C., door alle ontwikkelingen rondom de groei van het Romeinse Rijk. Zo leerden de kleine studenten eenvoudige wiskunde, lezen en schrijven, poëzie en retoriek.

(* Weetje: het woord "ludiek" in het Nederlands komt ook van het Latijnse (zelfstandig naam)woord ludus, ofwel van het werkwoord ludo wat "spelen" betekent)

De ludi waren voor de leerlingen niet per sé een pretje. De overleveringen onthullen dat de scholen streng waren en dat fysieke straffen niet werden geschuwd. Er werd geloofd (grotendeels in tegenstelling tot wat men nu gelooft), dat een strenge opvoeding met harde straffen goed was voor de geest. Ook waren de tijden niet heel gunstig voor leerlingen die moeite hadden met vroeg opstaan: school begon om 6 uur 's ochtends en eindigde vlak na 12 uur.

Grammaticus
Kinderen uit de rijkere families konden na de lagere school naar een vergelijkbaar iets als het middelbaar onderwijs. Tot ze 15 jaar waren, konden ze daarvoor naar een grammaticus. Hij onderwees hen verder in de talen Latijn en Grieks. Vaak waren deze grammatici Grieken die vrijgelaten waren na een tijd als slaaf gefungeerd te hebben.

Als de leerlingen het Latijn schrijfmatig tamelijk onder de knie hadden, en ook de grondbeginselen van het Grieks doorhadden, begonnen ze met het literatuuronderwijs. Dat hield in: standaard de Ilias en de Odyssee van Homerus.

Andere vakken, bijvoorbeeld aardrijkskunde en geschiedenis, kwamen wel aan de orde maar dan ook alleen als het iets te maken had met de literatuur zelf. Zo werden de leerlingen ingeleid in de Griekse mythologie, het theater, de wetenschap, filosofie enzovoorts. Maar natuurlijk ook de geschiedenis van hun eigen voorouders, de Romeinse geschiedenis.

Retorenschool
Een paar van deze jongens was voorbestemd om naar een retorenschool te gaan. Daar werd je opgeleid om een carrière in de politiek te gaan maken. Je moest daar leren redevoeringen te houden en deze van tevoren goed op te bouwen. Dat betekende goed omgaan met de argumenten en de juiste argumenten op het juiste moment te gebruiken. Het kwam neer op overtuigingskracht, overwicht en geloofwaardigheid. Belangrijke politieke redevoeringen werden uit het hoofd geleerd. Als ze zelf moesten redevoeren konden ze bepaalde zinnen gewoon uit hun hoofd opnoemen.

Soms gingen Romeinse jongens ook naar 'universiteiten' in Griekenland. Daar waren er bijvoorbeeld van in Athene en op het eiland Rhodos.

Jongens en meisjes
Zowel jongens als meisjes konden naar school, jongens en meisjes zaten dan vaak in gescheiden klassen. Meisjes konden niet verder leren, dus de universiteiten en retorenscholen waren alleen voor jongens. Meisjes moesten later tenslotte het huishouden doen, zij gingen niet de politiek in.

Onze aanraders

Learn Spanish with Educado